|
||||||||
|
Bij Bear Family, een van 's werelds toonaangevende heruitgave labels met een cataloog van méér dan 1600 releases, verscheen recent Volume 1 van een nieuwe reeks: ‘SHOTGUN BOOGIE: RHYTHM & BLUES GOES COUNTRY’. Het is een compilatiealbum, uitgezocht en verzameld door Nico Feuerbach, met Amerikaanse artiesten/bands die in de studio stonden in de fifties, startend met WYONIE HARRIS (°1915†1969) en haar “Good Morning Judge” en eindigend met CECIL GANT (°1913†1951) en zijn “Shot Gun Boogie”. Harris begon als komiek en danser, werd later r&b-zanger en blues vocalist, met een gewaagde r&r-stijl. Cecil Gant was een zwarte blues pianist en zanger uit Nashville, TN. Gant nam zijn eerste single op in 1944, “I Wonder” / “Cecil Boogie” en bracht daarna uit op labels als King, Imperial, Dot en Swing Time/Down Beat, voordat hij stierf aan een longontsteking. De titelsong is van COOTIE WILLIAMS en Eddie Mack is zanger. THE CROWS is de eerste band op de tracklist met “No Help Wanted”. Deze r&b/doo-wop zanggroep kwam uit Harlem, NY en werd geleid door Daniel "Sonny" Norton. Een nummer dat velen zeker kennen is “Ghost Riders in the Sand”, hier in de versie van SCAT MAN CROTHERS. Benjamin Sherman Crothers was een zanger en componist uit Terre Haute, Indiana. De originele versie was van Stan Jones. Een opname van Stan Jones en zijn Death Valley Rangers werd in mei 1949 uitgebracht op Mercury 5320. Er bestaat ook een western uit 1949 met dezelfde titel, geregisseerd door John English en met in de hoofdrollen Gloria Henry en Pat Buttram, gebaseerd op het nummer van Stan Jones. Andere bekende versies van het nummer zijn o.a. van Bing Crosby (1949), Johnny Cash (1979) en de Blues Brothers Band (1998). THE PLATTERS schitteren hier met “Sixteen Tons”, een nummer uit 1947 geschreven door Merle Travis over een mijnwerker, gebaseerd op het leven in de mijnen van Muhlenberg County, Kentucky. Travis nam het voor het eerst op in de Radio Recorders Studio B in Hollywood in 1946. Cliffie Stone speelde bas op de opname. Het werd een gouden plaat. En ook hier “andere” versies: van Elvis Presley (1955), Bo Diddley (1960), Louis Neefs (1964), Eric Burdon (1990) en Hongaarse punkband Hétköznapi Csalódások nam het op in 1994. Van THE ORIOLES kennen we de plakker “Crying in the Chapel”, een nummer geschreven door Artie Glenn en opgenomen door zijn zoon Darrell Glenn. Het lied werd uitgebracht in 1953 en bereikte nummer zes in de Billboard-hitlijst. De meest succesvolle coverversie was die van Elvis Presley, wiens opname nummer drie bereikte in de VS en nummer één in het VK in 1965. Andere interessante “ontdekkingen” zijn o.a. “Steel Guitar Rag” van EARL HOOKER, “Pick Me Up on Your Way Down” van GUITAR Jr. en “No Help Wanted” van BOB GADDY and his ALLEY CATS. Ook B.B. KING staat op het album met zijn versie van “16 Tons”. In 1955 nam hij het met His Orchestra op voor RPM Records. Samengevat: een interessant compilatiealbum dat zeker een vervolg verdient! Eric Schuurmans
|